Soms weet je van te voren al wat er gaat gebeuren. Vanaf het moment dat hij de afdeling op liep, wist ik het. Ik zag het gewoon in zijn ogen. “Wie is dat?” vroeg ik aan mijn collega verpleegkundige, die net als ik de avonddienst had. “Dat is Rogier… De meest arrogante arts in opleiding van het moment. Pas maar een beetje op, schijnt vrouwen te verslinden.” Interessant.
Hij kwam zich voorstellen, niet kort erna. Zogenaamd nonchalant streek hij neer op 1 van de krukken naast de balie van de spoedeisende hulp en vroeg of ik de stem was die hem steeds vertelde dat hij zich naar de SEH moest reppen als zijn patiënt er aan kwam. “Dat klopt.” Hij schoof me een briefje toe met een telefoonnummer en zei dat ik hem beter op zijn 06 kon bellen, dan zag hij tenminste meteen dat ik het was. Ik vond het te gemakkelijk en heb het nummer toen nog niet gebruikt, maar wel opgeslagen. Je doet maar wat meer moeite, dacht ik. Hij liet er geen gras over groeien en vroeg me een paar weken later toch mijn nummer. Ik vond het eigenlijk overbodig; ik woonde immers doordeweeks 250km verderop en hij bleek getrouwd te zijn en 2 kinderen met zijn vrouw te hebben. Wat verwacht je hiervan? Ik gaf mijn nummer, laat hem maar jagen. Is weer eens iets anders. Zoals dat gaat; begon het onschuldig. Er werden beleefdheden uitgewisseld. Over het werk gepraat. Zinnige en onzinnige dingen besproken. Hij appte dat hij het zo jammer vond dat hij me niet kon zien die week en wilde graag wat foto’s om zijn saaie dienstblok door te komen.